In memoriam: Edwin Gravesteijn

"Ed is altijd die jongen van 15 gebleven”

Ruim een maand geleden nam Alecto afscheid van een van haar trouwste leden, Edwin Gravesteijn (52). Ed was voor velen een vertrouwd gezicht op de club. En onlosmakelijk verbonden met Alecto: hij was meer dan veertig jaar lid - vanaf de jeugd tot Heren 1 en Veteranen A. Daarnaast zette hij zich in als trainer en coach bij de jeugd en was hij, samen met zijn vrouw Mechteld, langs de lijn altijd een toegewijde, trouwe supporter van de teams van zijn zoons Thijs, Michiel en Willem. Samen met hockeyvrienden Alexander en Maarten herdenken we Ed: Alecto-man in hart en nieren, en bovenal een trouwe vriend.

Alexander Hagen: "Ed was een man zonder fratsen,  recht door zee en altijd eerlijk”

"Met Ed heb ik nooit, maar dan ook nooit ruzie gehad”, vertelt vriend, oud-huisgenoot en oud-teamgenoot Alexander Hagen. "Niet omdat hij onverschillig was, maar omdat hij gewoon altijd heel eerlijk was. Ik ken Ed als een man zonder fratsen, recht door zee, buitengewoon zichzelf. Als hij ergens mee zat, dan sprak hij het uit. Eerlijk en authentiek. Dat was Ed.” Alexander leerde Ed kennen toen hij met z’n ouders schuin tegenover Ed kwam te wonen, op de Van Lennepdreef. Samen maakten ze bij Alecto de overstap naar de senioren. "Natuurlijk zagen we onszelf al in meteen Heren 1 spelen, maar daar waren we nog niet helemaal aan toe. Dus hebben we samen een poos in Heren 2 gehockeyd om de kneepjes van het vak te leren. Uiteindelijk kwamen we later alsnog in Heren 1. Daar hebben we jarenlang samen gespeeld. Ed rechtsachter, ik rechtsvoor. Die rechterflank was bij ons in goede handen. Ed was vooral een harde werker en kon zich echt vastbijten in z’n tegenstander. En hij was z’n tijd bovendien ver vooruit: Ed was namelijk een opkomende rechtsachter - iets wat we in het voetbal tegenwoordig heel normaal vinden. Maar Ed kon dat heel goed. Dus was hij vaak in de cirkel van de tegenstander te vinden. En dan heel snel weer terug als dat nodig was. Niet iedereen had de conditie om dat te kunnen doen, maar Ed wel.”

In sportief opzicht beleefde Heren 1 in Eds periode pieken en dalen. "De overgangsklasse was onze stip aan de horizon, maar we zijn geloof ik twee keer gedegradeerd. Om daarna ook weer twee keer terug te komen. In het veld was Ed redelijk fanatiek, maar ik denk dat we ons hem vooral herinneren als de grote gangmaker - na de wedstrijd bracht hij de sfeer er altijd goed in.”

Vijftien jaar lang speelden Alexander en Ed samen in een team. Tot Alexander naar Amsterdam verhuisde. "Vanaf die tijd zagen en spraken we elkaar niet meer dagelijks, maar Ed bleef voor mij mijn allerbeste vriend. Ook al ging er soms wat tijd overheen, als we weer bij elkaar waren dan pakten we de draad weer op en dan was het goed. Alsof we elkaar gisteren nog spraken. Het leek zo vanzelfsprekend, maar dat was het natuurlijk niet. Man, wat ga ik ‘m missen.”

Maarten Memelink: "Ed is altijd die jongen van 15 gebleven”

"Ed en ik kennen elkaar al dertig jaar. Toen ik vanuit de A voor het eerst in Heren 1 kwam, hadden we meteen een klik. We deelden dezelfde soort humor, konden om dezelfde dingen de grootste lol hebben. Ik herinner me nog goed dat ik tijdens een van mijn eerste wedstrijden een aanvaring had met mijn tegenstander op het middenveld. De eerste die ertussen sprong, was Ed. En toen ook na de wedstrijd de tegenstander nog een keer bij mij verhaal kwam halen, was het Ed die voor mij op kwam. Onze hechte vriendschap is toen geboren.

Het mooie van Ed was dat hij altijd jong is gebleven. Diep van binnen was hij altijd die jongen van 15. Eentje die er de grootste lol in had om de tegenstander te sarren. Als wij bijvoorbeeld met 1-0 hadden gewonnen - terwijl de tegenstander veel beter speelde - dan kon hij het niet laten om na afloop met een brede grijns naar ze toe te lopen om te vragen wat er nou mis ging bij hen. Terwijl zij veel beter waren dan wij. En dan dat gezicht van hem als hij terugkwam - heerlijk. Ik zie hem zó komen aanlopen: een beetje op z’n voorvoeten, de sokken op z’n enkels, met z’n oude voetbalscheenbeschermers die over z’n schoenen heen hingen.

De afgelopen zondagen waren we voor het eerst weer op Alecto. Ik kan het nog steeds niet bevatten dat hij er niet meer is. Dat hij nooit meer op Alecto zal zijn. Elke keer denk ik dat hij zo direct langs het sproeihuisje de hoek om komt. Ed hoorde echt bij Alecto. Hij was zo verknocht en loyaal aan de club, dat hij het gewoon niet snapte als mensen naar een andere club gingen. Tuurlijk - als je Jorrit Croon bent, dan ga je. Maar dat mensen naar Roomburg gingen, of LOHC, daar kon hij zich niks bij voorstellen. Die loyaliteit was kenmerkend voor Ed. Hij was loyaal aan zijn vrienden, zijn familie, Alecto. En Feyenoord niet te vergeten. Zijn dag kon niet meer stuk als hij zelf had gewonnen, als Feyenoord had gewonnen en Ajax verloren. Zelf ben ik Ajax-fan. Had Ajax een keer verloren, dan stuurde hij me altijd een berichtje: om het er nog een keertje in te wrijven. En een lol dat hij dan had.

Dat jongensachtige maakte dat Ed zich ontzettend goed kon verplaatsen in kinderen. Dat ze kattenkwaad uithaalden, vond hij niet erg. Sterker, hij vond het mooi, moedigde het aan. Laat hen maar die grens opzoeken, zei hij dan. Daar leren ze van. Het maakte van hem niet alleen een goede trainer en coach, maar vooral een leuke vader.

Als straks het gewone competitieseizoen weer aanbreekt, dan ben ik zeer waarschijnlijk niet de enige die naar die lege plek langs de lijn kijkt en wou dat Ed daar gewoon nog stond, met een biertje in de hand. En dan hoop ik dat Heren 1 die prachtige traditie in ere houdt van de uitreiking van De Das voor de Speler van de Week. Die das deed Ed namelijk twintig jaar geleden, samen met Mechteld, cadeau aan Heren 1. Een schitterende das, in bruin en geel - volgens Ed toch echt de enige échte kleuren van Alecto.”

24-6-2021 Nieuws afbeelding

Hoofdsponsoren

Sponsoren